Wilt u advies over een specifiek onderwerp? Of heeft u een vraag of opmerking?
Vul dan het formulier in en we nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Koninklijke Oosterhof Holman treedt voor het eerst toe tot de Cobouw50. Dit werd 15 november bekendgemaakt tijdens het Cobouw50 Café. De toetreding is te danken aan jarenlange gestage groei. En door de concurrentie steeds een stap voor te zijn. “Met wegenbouw alleen verdien je net een droge boterham. Wil je er een beetje goed beleg op hebben, dan moet je constant iets aparts verzinnen”, zegt Harm Beerda in een interview met Armand Landman van Cobouw.
Harm Beerda is een tevreden man. Hij loodste het bedrijf dit jaar voor het eerst de Top 50 van grootste bouwers binnen. Niet geheel onverwacht overigens, want Oosterhof Holman laat al jaren achter elkaar een gestage groei zien. “Gestaag, inderdaad. Dat is het enige juiste woord”, reageert de man die zich gedurende het gesprek zal ontpoppen tot een begenadigd verteller van bouwanekdotes, grote en kleine geschiedenissen, sterke en minder sterke verhalen.
Volgens Beerda ligt de belangrijkste oorzaak voor de jarenlange gestage groei in het feit dat “we meerdere ballen tegelijk in de lucht houden en constant zoeken naar innovaties, nieuwe terreinen waarop we ons kunnen onderscheiden. Wij hebben alles in huis wat de top 10 van aannemers ook in huis heeft. Het enige wat we niet doen is huisjes bouwen. Zijn we ook niet van plan. Al zullen we de komende jaren ernstig betrokken raken bij de woningbouw in Groningen. Samen met SealteQ hebben we QuakeShield ontwikkeld: een gepatenteerde, lichtgewicht oplossing die metselwerk preventief versterkt. Ik meen te weten dat de versterkingsopgave binnenkort echt los komt.”
Het succes is de noorderlingen geenszins komen aanwaaien, betoogt de algemeen directeur. “Wij blazen zelden hoog van de toren, maar we zijn altijd al een prachtig bedrijf geweest. Het voordeel van een familiebedrijf is dat de lijnen kort zijn en de betrokkenheid van de medewerkers hoog. In de afgelopen jaren hebben we heel veel tijd en moeite in het aardbevingsdossier gestoken. Om dit goedgekeurd te krijgen moet je veel fundamenteel onderzoek gedaan hebben. Daarom hebben we samenwerking gezocht met de TU’s van Delft en Eindhoven. En dat heeft er weer in geresulteerd dat de enige testfaciliteit om metselwerk te testen op aardbevingsschade niet bij TNO in Delft staat, maar hier in onze loods in Grijpskerk. Daar zijn we apetrots op.”
Spreiding van activiteiten blijkt een toverwoord voor Oosterhof Holman. Beerda: “Met de normale wegenbouw kun je een droge boterham verdienen. Wil je er toch nog iets van beleg op hebben, dan moet je iets aparts bedenken.” Als voorbeeld noemt Beerda bodemsaneringen. “Wij waren een van de koplopers op het gebied van insitu saneringen. We zijn ook een grote speler geweest op het gebied van onder water bodemsaneringen.” Ander voorbeeld van een vooruitziende blik. “In 2004 zijn we begonnen met het bouwen van biogasinstallaties. Ook dat was een periode van 4 à 5 jaar een goede business. En natuurlijk werd hier intern wel de vraag gesteld waarom wij als wegenbouwer vergistingsinstallaties gingen bouwen. Maar we kwamen er ook al snel achter dat al het werk op een boerenerf typisch Oosterhof Holmanwerk is: beginnen met een graafmachine, een kelder uitgraven, leidingen leggen, een betonnen bak storten, het erf asfalteren, meet en regeltechnieken aanleggen. Dat hadden we allemaal in huis en konden we dus vooral met eigen medewerkers doen.”
“Je moet tien ideeën hebben, waarvan er hooguit één een goudmijntje wordt”
Toen de markt voor vergistingsinstallaties instortte, bracht Gasunie redding. Oosterhof Holman was betrokken bij de aanleg van de zogenoemde gasrotonde. “En vandaag de dag werken er nog steeds een man of 60 van ons door het hele land in opdracht van Gasunie aan allerhande civiele werken.” Waarop Beerda vol trots een aantal foto’s op zijn iPad laat zien van een inspectie midden op het IJsselmeer. “Hebben we een damwandkuip gemaakt. Gasleiding op 7 meter onder zeespiegel blootgelegd. Geïnspecteerd. En weer netjes ingepakt.” En voordat ook die inkomsten opdrogen, wordt er dus fors geïnvesteerd in een stroom aan innovaties. Zo is daar het idee van ‘groen asfalt’ waarbij de bermvegetatie van alle Rijkswegen vergist moet worden om zodoende genoeg energie op te wekken om alle asfaltcentrales te laten draaien. Of neem Energiecampus Leeuwarden, een plan voor een duurzame campus in de Friese hoofdstad, gericht op energie en watertechnologie.
Of de Fleetcleaner. Een robotachtige vinding waarmee de romp van containerschepen schoongemaakt kan worden. Oosterhof Holman investeerde mee in de innovatie en hoopt als dienstverlener de machine in te kunnen zetten in de Nederlandse havens. Beerda: “Het scheelt die schepen zomaar 10 procent aan brandstof als de scheepshuid schoon is. Ik verwacht er dus veel van. De eerste klant hebben we ondertussen binnen.”
Het constant nieuwe activiteiten ontplooien vraagt om een bedrijfscultuur die ontvankelijk moet zijn voor nieuwe ideeën. Want er mislukt ook wel eens wat. Beerda: “Zonder inzet en medewerking van ons belangrijkste kapitaal de medewerkers waren we nooit zover gekomen. En je moet tien ideeën hebben, waarvan er hooguit één een goudmijntje wordt.”
Ieder jaar krijgen ongeveer 20 jongeren de kans om bij Oosterhof Holman aan de slag te gaan. Harm Beerda: “We hebben goede contacten met de opleidingen. Er lopen hier altijd stagiairs rond. En we begeleidden tot een paar jaar geleden veel afstudeerders. Waar andere bedrijven ervoor kiezen om hun personeelsbestand zo klein mogelijk te maken, nemen wij ieder jaar 20 nieuwe mensen aan. Binnenkort zwaait er een hele generatie techneuten af en die kunnen nauwelijks worden vervangen. Er komt dus een schaarste aan. Als je nu HTS weg en waterbouw studeert en je bent een normaal mens, dan heb je morgen een baan.” Beerda is wel van mening dat het schort aan de kwaliteit van de bouwopleidingen. “Ik sta midden in de branche en ik hoor van iedereen hetzelfde. Namelijk dat het verschrikkelijk moeilijk is om goede stagiairs te vinden, als je ze überhaupt kunt krijgen.”